Hoofdstuk 4: Vakbekwaamheid

Werken in de horeca is niet eenvoudig. Vaak wordt gezegd dat iedereen met een dienblad kan lopen en drankjes kan rondbrengen, maar zo eenvoudig is het niet. Als je werkzaam bent in de horeca moet je kennis van de producten hebben die je serveert. Daarnaast is de omgang met gasten het allerbelangrijkste wat er is. De gast moet zich welkom voelen.

Vakkennis en vaardigheden zijn belangrijk. Het houdt in dat je weet wat je verkoopt, wat erbij komt kijken om het product te maken en hoe je de gast verleidt tot de aankoop van net iets meer dan alleen ‘dat kopje koffie’.

Eenmaal bij de gast aan tafel is het van belang om de bestelling op een vriendelijke en correcte wijze te serveren. Toch is dat niet genoeg. Jouw gasten komen het horecabedrijf met een bepaalde reden bezoeken. Die reden kan steeds heel anders zijn.

Op het moment dat je vakkennis in de praktijk succesvol kunt toepassen, ben je een vakbekwame medewerker.

Het café is een uitgaansgelegenheid – ook wel kroeg of bar genoemd – waar dorpse of stadse zaken worden besproken onder het genot van een drankje. In 1806 kende Amsterdam 25 koffieschenkerijen en 1763 kroegjes – ook wel bierhuizen of tapperijen – die bier en andere alcohol schonken

In 1966 zijn er in Nederland vanuit de rijksoverheid regels gesteld waaraan de inrichting van een café moet voldoen.

Veel ‘huiskamerkroegen’ kunnen niet aan deze regels voldoen en waren genoodzaakt om de deuren voor gasten te sluiten.

Meer ontdekken over leren en werken in de horeca? Kijk op horeca.nl