Hoofdstuk 2: Biertypen 1
De gebruikte grondstoffen die brouwers gebruiken zijn niet altijd precies hetzelfde. Brouwers kunnen allerlei soorten water, graan, hop en gist gebruiken. Hierdoor zijn er talloze bierstijlen. Bierstijlen met dezelfde kenmerken horen bij hetzelfde biertype.
In deze e-learning worden een aantal verschillende biertypen uitgelicht. In dit hoofdstuk komen vier biertypen aan bod: Pilseners, Duitse bieren met lage gisting, tarwebieren en blonde bieren.
Pils
Blond en pils
Blond bier lijkt op pils. De goudgele kleur van blond bier ontstaat omdat het eesten op een niet erg hoge temperatuur gebeurt, waardoor het mout licht blijft. De smaak komt vooral van de hop en de gist en is fruitig en zoetig.
Duitse bieren
Ook Duitse bieren met een lage gisting lijken op pils.
Seizoensbier
Vroeger was het Duitse Märzenbier (letterlijk: maartbier) het laatste bier dat voor de zomer mocht worden gebrouwen. ’s Zomers mocht namelijk geen bier meer gemaakt worden vanwege brandgevaar. Tegenwoordig is dit bier wel het hele jaar verkrijgbaar. Toch zijn er ook nu nog bieren die typisch bij een bepaald seizoen horen.
Tarwebier
Tarwebier is hooggegist en wordt veel gedronken bij warm weer. Belgisch witbier, zoals Hoegaarden, is tarwebier waaraan extra’s als koriander en sinaasappelschil zijn toegevoegd.
Weizenbier
De Duitse benaming voor tarwebier is Weizenbier. Het Zuid-Duitse Weizenbier wordt gebrouwen volgens het ‘Reinheidsgebot’. Dat is een Beierse wet uit 1516 die bepaalt dat bier uit slechts 3 ingrediënten mag bestaan.
Naast Pilseners, Duitse bieren met lage gisting, tarwebieren en blonde bieren zijn er natuurlijk nog meer biertypen. Denk hierbij aan Oud Bruin, Lambiekbieren en alcoholvrij bier. In het volgende hoofdstuk leer je over nog een aantal van deze bieren.