Het grilleren van rood vlees

Een stap voor stap uitleg van het grilleren van rood vlees, bijvoorbeeld een entrecote.

Het doel van grilleren is een product te verkrijgen dat de juiste gaarheid heeft en dat aan de buitenkant een knapperige, krokante korst heeft met de typische grillsmaak. Grilleren is een droog bereidingsproces dat met een hoge temperatuur, tussen de 150-250 °C, wordt uitgevoerd. 

We gebruiken de termen grilleren, grillen en roosteren door elkaar. Roosteren is het bruinen en garen van producten op een vlakke hete plaat. Grilleren op een open rooster of een plaat met ribbels.

Werkwijze

  1. Leg de benodigde materialen en grondstoffen klaar voor gebruik.
  2. Verwarm eerst de schone grill voor.
  3. Breng de entrecote op smaak.
  4. Entrecote licht insmeren met olie.
  5. Plaatst de entrecote op de hete grill of in een grillpan.
  6. Schroei de entrecote aan beide zijden dicht (220-250 °C).
  7. Keer de entrecote met een tang om en draai deze een kwartslag zodat er een mooie ruitvorm onstaat.
  8. Verleg de entrecote naar een minder hete plek van de grill (150-200 °C).
  9. Laat het vlees een juist punt van gaarheid bereiken.
  10. Laat het vlees op een warme plaats evt. in aluminiumfolie rusten.
  11. Bestrooi het vlees met zout voor het doorgeven.
  12. Reinig de gebruikte materialen en ruim de werkplek op.

Tips

Dunne producten zullen aan een kant worden gegrilleerd, de dikkere stukken moeten vaker worden gekeerd. De roosterafdrukken geven het aantal roosterdraaien aan, waarbij bij twee keer draaien aan één zijde een raster op het productoppervlak zichtbaar wordt. 

Rood vlees kan zowel rood, medium als doorbakken worden bereid, afhankelijk van de wens van de gast. De grootte en het gewicht van het vlees bepalen de duur van de bereidingstijd. Als richtlijn kan je de volgende tijden gebruiken:

Resultaat

De handeling is goed uitgevoerd wanneer: 

Naar receptenoverzicht
Meer ontdekken over leren en werken in de horeca? Kijk op horeca.nl